Structured products en de adviseur Bij de selectie van gestructureerde producten kan de adviseur van groot nut zijn. Particuliere beleggers gaan hiermee vaak de fout in. 16 december 2014 12:10 • Door Marcel Tak In de discussie passief versus actief gaat mijn voorkeur uit naar de eerstgenoemde strategie. Dat neemt niet weg dat er altijd plaats zal blijven voor succesvolle actieve fondsen. Mijn keuze voor passief valt samen met de sterk toenemende belangstelling voor indexbeleggen. Bij een ander segment van de beleggingsmarkt, de structured products, is er sprake van een tegenovergesteld beeld. Naar mijn idee kunnen notes, certificaten en andere verschijningsvormen van gestructureerde producten, veel betekenen voor de belegger. Maar de omvang van de markt is in Nederland verschrompeld tot een quantité negligeable. Er zijn genoeg argumenten om gestructureerde producten als waardevolle aanvulling voor een portefeuille te beschouwen. De belangrijkste daarvan is dat de belegger met deze producten zelf zijn risico-rendement verhouding kan bepalen, in plaats van zich weerloos over te leveren aan de grillen van de markt. Ook bieden deze producten een goede mogelijkheid een eigen visie om te zetten in rendement. Samenhangend beleid is andersMaar er is ook een belangrijk nadeel. Dat is de voor particuliere beleggers soms ondoorgrondelijke werking van deze instrumenten. Dat maakt het lastiger succesvol met deze producten te opereren in een brede portefeuillestrategie. Natuurlijk, de gemiddelde particulier kan af en toe een note of certificaat aanschaffen in de hoop op succes. Maar een samenhangend beleid met deze producten is toch wat anders. Vorig jaar toonde het onderzoeksrapport The Performance of Individual Investors in Structured Financial Products van Oliver Entrop c.s. aan dat particuliere beleggers weinig succesvol zijn met notes en certificaten. Zelfs afgezien van de kosten, en rekening houdend met het risico, behaalden structured products beleggers een negatief rendement. Dat is natuurlijk geen aanbeveling voor particuliere beleggers om meer naar de mogelijkheden van deze productcategorie te kijken. Het is daarom goed iets meer in detail naar de onderzoeksresultaten te kijken. Prijzen vallen meeVolgens Entrop c.s. is een belangrijke reden voor het slechte beleggingsresultaat de te hoge prijs van gestructureerde producten. In ieder geval bij uitgifte, maar ook in de secundaire markt waar de uitgevende instellingen zelf de markt maken, liggen de (verkoop)prijzen boven de theoretische prijzen. Dat gaat ten koste van het rendement. Het lijkt op zichzelf een plausibel argument, maar ik heb toch mijn vraagtekens bij deze verklaring. Immers, als de (verkoop)prijzen te hoog zijn, geldt dat ook voor beleggers die zelf aan de verkoopzijde opereren, bijvoorbeeld als ze winst willen nemen. De belegger die zijn product verkoopt, profiteert dus ook van de hogere (te hoge) verkoopprijs. Op zijn minst moet op deze manier het negatieve effect van een te hoge prijs bij de aanschaf van het product worden afgezwakt. Overigens, liep het onderzoek over de periode 2004-2008. Anno 2014 heeft de Duitse markt van certificaten, want op dat land richtte zich het onderzoek, een omvang van 500.000 producten met zeer veel verschillende uitgevende instellingen. Het zou mij niet verbazen als de "te hoge prijzen waarneming" met zoveel concurrentie tegenwoordig aanzienlijk verbeterd is. Ten koste rendementNaast de te hoge prijzen meldt het onderzoek dat kosten en spreads ook afdoen aan het rendement. Dat is natuurlijk waar, maar dat effect lijkt mij tegenwoordig ook sterk kleiner dan in de onderzochte periode. De spreads van Bonus- en Discountcertificaten, de populairste producten, zijn doorgaans maar enkele centen. De kosten zijn lastiger te achterhalen, maar ik heb de indruk dat de (officiële) kosten niet veel meer dan 0,5% op jaarbasis bedragen. Als we dat vergelijken met de kosten van passief en zeker actief beleggen in fondsen, zijn deze kosten niet exceptioneel. Een andere factor dat genoemd wordt in verband met de slechte prestatie van particuliere beleggers met gestructureerde producten is het grote aanbod, de complexiteit en de hoeveelheid aan onderliggende waarden. De retailbelegger maakt in deze gevallen de slechte keus door bij Bonuscertificaten bijvoorbeeld een te hoge barrièregrens te kiezen. Als de koers van de onderliggende waarde onder die barrièregrens komt, vervalt het bonusrendement. In volatiele markten is dat al gauw het geval. Juist de onderzochte periode kenmerkte zich, met name in 2008, door een zeer grote volatiliteit. Kans voor adviseurOok constateerden de onderzoekers dat particuliere beleggers de verkeerde aandelen als onderliggende waarden kozen. De selectie van aandelen was net zo slecht als dat van particulieren die in individuele aandelen beleggen. Hier zien we de discussie actief/passief terug met de constatering dat aandelenselectie niet werkt. De oplossing hiervoor is eenvoudig. Beleg voornamelijk in gestructureerde producten met een index als onderliggende waarde. Tot slot blijken particuliere beleggers ook te lijden onder het fenomeen de gemaakte winsten snel af te kappen en de verliezen door te laten lopen. Dat heeft volgens de onderzoekers een desastreus effect op het eindresultaat. Al deze factoren die een rol (zouden) spelen bij de slechte prestatie van particulieren die in gestructureerde producten beleggers, bieden een grote kans voor de adviseur. De aangegeven argumenten geven namelijk geenszins aan dat de producten zelf slecht zijn, maar dat het voor de particulier lastig is om succesvol met notes en certificaten om te gaan. Bij aandelenselectie is de toegevoegde waarde van de adviseur mogelijk beperkt. Maar op het gebied van selectie van interessante beleggingsproducten kan de adviseur van groot nut zijn, precies op die punten waar het fout bij de particulier fout gaat. Door de certificaten te selecteren die goed geprijsd zijn, niet te snel winst te nemen en de juiste karakteristieken van het product te kiezen die passen bij visie, risicoprofiel en marktomstandigheden. Het is daarbij jammer dat een dergelijke actief beheer met gestructureerde producten via de Duitse markt moet plaatsvinden en niet (meer) in Nederland mogelijk is. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 28 mrt De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.